Intraoperatieve en postoperatieve risicofactoren voor naadlekkage en pneumonie na een slokdarmresectie


L. Goense, P.S.N. van Rossum, M. Tromp, J.P. Ruurda, R. van Hillegersberg

Voorzitter(s): J.M. Omloo, AIOS, Gelre Ziekenhuizen & M.I. van Berge Henegouwen, chirurg, AMC

Vrijdag 27 november 2015

12:22 - 12:34u in Bijdehandjes

Categorieën: gastro-intestinale chirurgie, vrije voordracht

Parallel sessie: V2 Upper GI


Introductie:
Naadlekkage en pneumonie zijn gevreesde complicaties na een slokdarmresectie. Het doel van deze studie was om te bepalen of er een verband bestaat tussen hemodynamische en respiratoire perioperatieve factoren en het optreden van naadlekkage en pneumonie na een slokdarmresectie.

Methode:
Opeenvolgende patiënten die een electieve transthoracale slokdarmresectie met buismaagreconstructie en cervicale anastomosering ondergingen tussen januari 2012 en december 2013 werden geanalyseerd. In patiënten met en zonder naadlekkage en pneumonie werden intraoperatieve en postoperatieve hemodynamische en respiratoire parameters vergeleken in univariabele en multivariabele logistische regressie analyse.

Resultaten:
Van de 82 geïncludeerde patiënten, trad bij 19 (23%) naadlekkage op en bij 31 (38%) een postoperatieve pneumonie. Geen significante verschillen in patiënt-gerelateerde factoren werden gevonden tussen de groepen met en zonder naadlekkage of pneumonie. In multivariabele analyse was een lager intraoperatief arterieel pH geassocieerd met naadlekkage; odds ratios [OR] 0.85 (95% betrouwbaarheidsinterval [BI]:0.76–0.95). Postoperatieve pneumonie kwam in multivariabele analyse significant vaker voor bij patiënten met een lagere ‘mean arterial pressure’ (MAP) in de eerste 12 uur na chirurgie (OR 0.93, 95% BI:0.86–0.99) en bij patiënten met een hogere maximum intraoperatieve pH (OR 1.14, 95% BI:1.02–1.27).

Conclusie:
Een lager intraoperatief pH is geassocieerd met een verhoogd risico op naadlekkage, terwijl een lager gemiddelde MAP in de eerste 12 uur na chirurgie en een verhoogd intraoperatief pH het risico op pneumonie verhogen. Deze parameters zijn waarschijnlijk gerelateerd aan een toestand van cardiorespiratoire instabiliteit. 

Diagram 1. Spreidingsdiagrammen met (A) verschil in intra-operatief laagst gemeten pH tussen patiënten met en zonder naadlekkage, (B) gemiddelde MAP in de eerste 12 uur na chirurgie en (C) intra-operatief maximum pH tussen patiënten met en zonder pneumoni