Geometrie en densiteitsverschillen in EVAS met de Nellix endoprothese op CTA in 1 jaar follow up


L.H. van de Ham, T.G. ter Mors, J.T. Boersen, P.W.H.E. Vriens, J.M. Heyligers, J.P. de Vries, M.M.P.J. Reijnen

Voorzitter(s): V. Jongkind, AIOS, VUmc & P.W.H.E. Vriens, vaatchirurg, Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis

Vrijdag 27 november 2015

12:22 - 12:34u in The Voice Backstage

Categorieën: vaatchirurgie, vrije voordracht

Parallel sessie: V4 Vaatchirurgie


Introductie:
De Nellix endoprothese onderscheidt zich van andere EVAR stents door zijn polymeer gevulde endobags welke de stent in het aneurysma fixeert en hiermee sealt. Op dit moment zijn er naast de klinische studies nog geen gegevens bekend over hoe de stent zich gedraagd op lange termijn beeldvorming middels CTA.

Methode:
Van 50 patiënten werden pre-, post-operatief (30 dagen) en 1 jaar follow up scans geanalyseerd waarbij de complete aneurysma en stent geometrie werden gemeten. Daarnaast werd de intensiteit (in houndsfield units) van de thrombus, endobag en het gebruikte polymeer gesegmenteerd en gemeten op veranderingen over de genomen tijd.

Resultaten:
Er werden geen veranderingen gezien in aneurysma diameter, lengte, angulaties en polymeer volume na 1 jaar. Er is wel een afname gemeten van de thrombus volume. De intensiteit van de endobags en het polymeer op CTA veranderd significant en levert daardoor een compleet ander beeld op van de stent vergeleken met de post-operatieve scan. Opvallend is hierbij dat de endobag in intensiteit toeneemt (meer radiopaque) waarbij het polymeer een lagere intensiteit heeft (radiolucent) na 1 jaar.

Conclusie:
De studie toont aan dat er geringe geometrische veranderingen zijn. De gemeten endobags latne wel een veranderde intensiteit zien welke fysiologisch lijkt te zijn. De resultaten van deze studie kunnen als handvat gebruikt worden voor vaatchirurgen en radiologen voor verdere follow up in deze patientengroep.