Identificatie van biomarkers voor tumor-specifieke moleculaire beeldvorming bij pancreascarcinoom.


W.S.F.J. Tummers, A. Farina-Sarasqueta, M.C. Boonstra, D. Cohen, H.A.J.M. Prevoo, C.F.M. Sier, J.S.D. Mieog, H. Morreau, C.J.H. van de Velde, B.A. Bonsing, A.L. Vahrmeijer, R.J. Swijnenburg

Voorzitter(s): H.A. Marsman, AIOS, AMC & M. Besselink, chirurg, AMC

Vrijdag 27 november 2015

12:10 - 12:22u in Studio21

Categorieën: gastro-intestinale chirurgie, HPB, vrije voordracht

Parallel sessie: V3 HPB & Colorectaal maligne


Introductie:
Chirurgische behandeling van pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC) kent twee grote uitdagingen: preoperatieve selectie van patiënten met een carcinoom versus chronische pancreatitis, en peroperatieve differentiatie tussen vitaal tumorweefsel en omliggend inflammatoir weefsel. Nucleaire en/of optische moleculaire beeldvorming met tumor-specifieke contrastmiddelen kan dit onderscheid vergroten, echter geschikte biomarkers voor tumor-targeting zijn onbekend.

Methode:
Met gebruik van immunohistochemie (IHC) werd de expressie en verdeling van 6 biomarkers onderzocht op weefselcoupes van normaal pancreasweefsel (n=8), chronische pancreatitis (n=7), PDAC (n=9) en tumor-geassocieerde lymfklieren (n=19). De volgende biomarkers werden getest: integrine ?v?6, carcino-embryonaal antigen (CEACAM5), epitheliale groei factor receptor (EGFR), thymocyte differentiation antigen 1 (Thy1) en urokinase-type plasminogen activator receptor (uPAR). In een validatiecohort werden de optimale biomarkers onderzocht om de concordantie van biomarker expressie te bepalen in normaal pancreasweefsel, chronische pancreatitis, PDAC en lymfklieren afkomstig van één en dezelfde patiënt (n=12). Alle weefsels werden gescoord door twee onafhankelijke onderzoekers.

Resultaten:
De mate van expressie van integrine ?v?6 en CEACAM5 was significant hoger in PDAC ten opzichte van normaal pancreas weefsel (respectievelijk P=0.001 en P<0.001) en chronische pancreatitis (respectievelijk P=0.001 en P<0.001). Ten aanzien van de verdeling binnen de tumor toont ?v?6 een homogene expressie in tumorweefsel en CEACAM5 toont een meer intense kleuring aan de invasieve rand van de tumor ten opzichte van de kern van de tumor. De intensiteit van de expressie in tumor-positieve lymfklieren was gelijk aan de expressie in de primaire tumor in 91% van de gevallen.

Conclusie:
Integrine ?v?6 en CEACAM5 zijn uitstekende biomakers als het gaat om het differentiëren van PDAC ten opzichte van chronische pancreatitis en normaal pancreasweefsel, en voor het identificeren van lymfkliermetastasen. Deze biomarkers lijken veelbelovende targets voor tumor-specifieke moleculaire beeldvorming bij PDAC. 

Figuur 1. Schematische weergave multimodale moleculaire beeldvorming PDAC.